• by:
    • April 1st, 2021
    • Category:
    Leuven brengt discriminatie op huurmarkt in kaart

    Het Leuvens stadsbestuur kondigde bij het begin van de legislatuur aan dat er praktijktesten zouden komen om discriminatie op de huurmarkt in kaart te brengen en vervolgens aan te pakken.

    Discriminatie is een onrecht en heeft geen plaats in onze stad. De resultaten zullen ons helpen om discriminatie aan te pakken, want iedereen moet dezelfde kansen krijgen om een huurwoning te gaan bezichtigen

    Leuven brengt discriminatie op huurmarkt in kaart

    Het Leuvens stadsbestuur kondigde bij het begin van de legislatuur aan dat er praktijktesten zouden komen om discriminatie op de huurmarkt in kaart te brengen en vervolgens aan te pakken. Het voorbije jaar voerde de stad samen met een universitaire onderzoeksgroep een nulmeting uit. De onderzoekers maten de ongelijke en nadelige behandeling door vastgoedmakelaars en particuliere verhuurders van kandidaat-huurders omwille van etnische afkomst of fysieke handicap. Uit de resultaten blijkt structurele discriminatie van etnische minderheden, rolstoelgebruikers en blinden met een assistentiehond. De stad maakt nu werk van een actieplan om discriminatie op de huurmarkt aan te pakken. “Discriminatie is een onrecht en heeft geen plaats in onze stad. De resultaten zullen ons helpen om discriminatie aan te pakken, want iedereen moet dezelfde kansen krijgen om een huurwoning te gaan bezichtigen”, zeggen schepenen Lies Corneillie en Lalynn Wadera.

    “Omdat er geen objectieve cijfers beschikbaar waren over mogelijke discriminatie op de Leuvense huurmarkt, hebben we de opdracht gegeven voor een wetenschappelijke nulmeting gebaseerd op twee belangrijke discriminatiecriteria voor huisvesting, namelijk etnische diversiteit en handicap”, lichten schepen van wonen en gelijke kansen Lies Corneillie en schepen van diversiteit Lalynn Wadera toe.

    Correspondentietesten
    Tussen februari 2020 en februari 2021 voerde een partnerschap van de Vrije Universiteit Brussel, KU Leuven en Universiteit Antwerpen in Leuven 1973 correspondentietesten - de geschreven variant van praktijktesten - uit. Dit zijn fictieve aanmeldingen van een kandidaat-huurder bij verhuurders, zowel vastgoedmakelaars als particuliere verhuurders.

    Etnische discriminatie
    De nulmeting leert dat wat etnische discriminatie betreft, mannen met een niet-Belgische naam minder kans maken om een huurwoning te mogen bezichtigen dan mannen met een Belgische naam.  “Kandidaten met een Maghrebijnse naam worden het minst uitgenodigd. In 35% van de gevallen kreeg een man met een Maghrebijnse naam geen uitnodiging voor een bezoek, terwijl een gelijkaardige man met een Belgische naam die wel kreeg. Ook mannen met een Nepalese, Sub-Sahara Afrikaanse en gemengde naam worden minder uitgenodigd. In respectievelijk 24%, 19% en 15% van de gevallen kregen zij geen uitnodiging, terwijl een gelijkaardige man met een Belgische naam wel werd uitgenodigd. Hoewel de discriminatiegraden steeds wat hoger zijn bij particuliere verhuurders dan bij professionele vastgoedmakelaars zijn deze verschillen niet significant. De makelaars doen het dus niet opmerkelijk beter dan private verhuurders in Leuven”, aldus Professor dr. Pieter-Paul Verhaeghe van de onderzoeksgroep. “Met Leuven Zonder Racisme gaan we samen voor een Leuven waar niet je afkomst, maar je toekomst telt. De praktijktesten geven ons een zicht op de mate waarin discriminatie voorkomt. We zullen de expertise rond omgaan met discriminatie inzetten om samen met verhuurders en andere partners te zoeken naar manieren om dit in de toekomst te voorkomen”, aldus schepen Wadera.

    Discriminatie op basis van fysieke handicap
    Het onderzoek leert bovendien dat rolstoelgebruikers in 50% van de gevallen geen uitnodiging kregen, terwijl een gelijkaardige kandidaat zonder rolstoel wel uitgenodigd werd. “Deze vaststellingen doen vermoeden dat de noodzakelijke aanpassingen aan de woning een grote drempel vormen voor verhuurders en makelaars”, vervolgt Professor Verhaeghe.

    “Opvallend is bovendien dat voor blinde mannen vooral het feit speelt dat zij een assistentiehond hebben. Blinde mannen zonder assistentiehond maken evenveel kans op een uitnodiging als gelijkaardige niet-blinde mannen. Als ze vernoemen dat ze een hond hebben, krijgen zij in een derde van de gevallen geen uitnodiging. De discriminatie is dus eerder gericht naar de assistentiehond dan naar de fysieke beperking”, aldus professor Verhaeghe.

    De resultaten werden gegroepeerd, waardoor het onmogelijk is om individuele verhuurders of makelaars te herkennen in de cijfers. De resultaten liggen in lijn met de resultaten in andere Vlaamse steden.

    “Ze confronteren ons met een harde realiteit, ook in onze stad. Achter deze cijfers schuilen immers allemaal mensen die minder kansen krijgen. We zijn gemotiveerder dan ooit om op basis hiervan met gerichte acties discriminatie op de huurmarkt aan te pakken”, aldus Corneillie en Wadera.

    In gesprek met huurders en verhuurders
    Om beter te begrijpen waarom er gediscrimineerd wordt - soms gebeurt het onbewust - en om samen naar oplossingen te zoeken gaat de stad de komende maanden in gesprek met zowel huurders als verhuurders, verschillende partnerorganisaties en adviesraden. Discriminatie bestaat immers in vele vormen, uit zich op verschillende manieren en heeft meerdere achterliggende oorzaken en mechanismen die spelen op de private huurmarkt, in elke fase van het verhuurproces.

    “Een goed begrip hiervan is noodzakelijk om ongelijke behandeling te stoppen en te bekijken hoe we als stad best kunnen ingrijpen om discriminatie en sociale uitsluiting tegen te gaan. Actie is immers nodig vanuit diverse actoren, domeinen en beleidsniveaus. Hun betrokkenheid bij de bespreking van de problematiek en bij het formuleren van oplossingen zorgt voor sterk onderbouwde en breed gedragen lokale maatregelen. Enkel door de handen in elkaar te slaan kunnen we een halt toeroepen aan discriminatie”, lichten schepenen Corneillie en Wadera toe.

    Inzetten op informatie en sensibilisering
    De stad zal tegen het najaar een actieplan uitwerken, dat zich richt tegen discriminatie op de huurmarkt in het algemeen, en dus breder gaat dan de twee discriminatiegronden die gemeten werden. De stad zal eerst en vooral inzetten op sensibilisering, kennis, gedragsverandering en engagement. Als dit niet lukt zal ze de stap naar handhaving zetten.

    “Veel van de acties die nodig zijn ter versterking van de huurmarkt vallen onder de ambities en doelstellingen van het op te starten woonpunt, de plek waar je terecht kan met vragen over huren en verhuren in Leuven”, verduidelijkt Lies Corneillie. “We denken aan informatie- en sensibiliseringscampagnes rond discriminatie en racisme, vormingen over wat je wel en niet mag vragen aan een potentiële huurder, het ondersteunen van huurders en verhuurders bij administratieve taken in het verhuurproces, de opmaak van standaardformulieren en checklists en het aanreiken van tools aan makelaars om in te gaan tegen discriminerende vragen van eigenaars.”

    Meldpunt discriminatie
    Daarnaast start de stad in het najaar met een meldpunt voor discriminatie op de huurmarkt. Kandidaat-huurders die slachtoffer zijn van discriminatie, kunnen er een melding doen. Die melding wordt dan overgemaakt aan Unia die er verder mee aan de slag gaat.

    Nieuwe meting
    Na de vormingen en campagnes komt er een nieuwe meting. “We kiezen er voor om de komende tijd ten volle in te zetten op vorming en sensibilisering en rekenen ook op het engagement van de verhuurders. Als dat echter niet voldoende blijkt, zullen we overwegen over te gaan tot juridische praktijktesten”, leggen schepenen Corneillie en Wadera uit. Met deze testen wordt bewijs tegen discriminerende verhuurders verzameld. Hiermee kan een tuchtrechtelijke procedure bij het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV) opgestart worden en kan Unia een gerechtelijke procedure in gang zetten. “Maar we hopen dat we de komende periode in dialoog met de verhuurders alvast grote stappen voorwaarts kunnen zetten”, besluiten de schepenen.